weblog van hannawillemijn |
Halverwege (ik wel)
De regentijd lijkt al lang geleden. Misschien is dat ook wel zo - ik ben het gevoel voor de dagen langzaam aan het kwijtraken. Ik dwing mezelf iedere middag, na het inchecken en douchen en kleren wassen, om mijn reisdagboek bij te werken. Op die manier kan ik soms terugzoeken wanneer iets was. Maar los daarvan rijgen de kilometers zich aaneen tot een lang snoer waarvan de chronologie er steeds minder toe doet.
Het is avond en ik ben moe, lopen in de volle zon kost minstens zoveel energie als door de regen. De ene dag gaat 30 km fluitend voorbij en de andere strompel ik me door 20. Af en toe schieten dan de 40 km door mijn hoofd die ik ga lopen tijdens de Nacht van de Vluchteling. 40 km achter elkaar! Ik moet er nog steeds niet aan denken. Natuurlijk, dan heb ik die 10 kilo niet op m'n rug, en wel drie vrienden om me heen, en ik denk dat de meeste deelnemers niet zo serieus hebben ingelopen als ik. Maar toch. Het is dan nacht, en het is ver. Dat het afzien wordt moet natuurlijk een extra reden zijn om ons te sponsoren (klik hier). Al het geld gaat rechtstreeks naar Stichting Vluchteling en die gaan er zoveel mogelijk vluchtelingen in Syrië mee helpen.
Er is geen mooi verhaal over te vertellen. Niemand garandeert dat dat geld goed terecht komt. Niemand weet wanneer die ellende ophoudt en ik kan hier geen afgerond stukje van maken.
'In Nederland is het heerlijk lenteweer. Bij jou ook?'
Ik wil iets vertellen over lopen door de regen. Aangezien ik daar inmiddels meerdere dagen ervaring mee heb opgedaan, leek het me wel zo vriendelijk die ervaring te delen.
Allereerst moet je een aantal extra kledingstukken aan. Een regenjas, een beschermhoes over je tas, een poncho en een regenbroek. Dat mag dubbelop lijken, en dat is het ook wel letterlijk gezien, maar met minder artikelen worden je kleren gegarandeerd eerder nat. Hierbij doel ik zowel op de kleren die je aanhebt als het andere set in je tas. De timing van het aantrekken is lastig, want te vroeg is onnodig minder lekker lopen maar te laat is alles nat. Vervolgens wordt het soms even droog. Dan kan de poncho weer uit maar pas op, afhankelijk van het model krijg je 'm zonder hulp nooit meer aan omdat alles aan elkaar plakt.
Overigens, als het de hele dag regent wordt alles toch nat, ondanks alle voorzorgsmaatregelen. Want regenkleding is maar tot een bepaalde grens waterdicht. En je zweet, en dat kan door je toffe semidoorlaatbare sportkleding van je lichaam af, maar daarna slaat het neer aan de binnenkant van al dat plastic. Om aldaar lekker te gaan broeien.
Dan de weg. Die is op zo'n tocht vaak een aangename landweg, maar onder invloed van regen wordt het in een gunstig geval een modderpoel (levert wel extra gewicht op aan je schoenen) en in een minder gunstig geval een grote plas water. Of een riviertje. In ieder geval had ik vanmiddag het gevoel dat ik een spelletje apenkooi aan het doen was, je weet wel, heen en weer springend je verplaatsen door het gymlokaal zonder de vloer te raken. Ook niet bevorderlijk voor het tempo, trouwens.
Pauzeren, ook zoiets. Normaal ga ik af en toe ergens zitten, om te eten of drinken of plassen of een steentje uit m'n schoen te halen of gewoon, even rondkijken en uitrusten. In de regen een stuk minder leuk. Ik ben wel dankbaar voor bushokjes en cafés.
Maar het ergste is eigenlijk dat je je in de regen afsluit van de wereld, in plaats van te genieten. Als het niet regent kijk ik om me heen, luister, ruik, maak foto's en adem diep. Nu verschans ik me juist in mijn capuchon en wil het buiten buiten houden. Daarvoor hoef je eigenlijk je huis niet uit...
Ik heb ook mijn best gedaan om een aantal voordelen te verzinnen. Hier zijn ze: je kan met poncho aan plassen langs de weg omdat toch niemand er wat van ziet, en je verbrandt niet. Dat was het.
Nog een keer
Mijn weblog is maagdelijk wit. Niet als u dit leest, maar wel nu ik dit typ in het admin-gedeelte. Een groot wit vlak met links de hysterische kleurenstrepen die ik lang geleden uitkoos.
Ook maagdelijk wit was vanmorgen nog mijn pelgrimspaspoort. In het Spaans en Portugees credencial (dat scheelt me weer een nieuw woord leren), en ik noem het meestal oneerbiedig stempelkaart. Maar ik had absoluut geen twijfels over de vraag of er weer zo'n stempelkaart mee moest. Want ik wil nog een keer naar Santiago, en als ik dan toch een lange weg af leg wil ik ook graag opnieuw een compostela aan het einde, en de weg naar dit bewijs gaat via de credencial.
Al vrij snel nadat ik vorig jaar terug was uit Spanje, begon ik plannen te maken voor een nieuwe tocht. Ik had mijn einddoel bereikt (voor zover dat kon), dus wat nu? Verder lopen vanuit dat doel, en een nieuw doel kiezen? Ik bedacht dat het logischer en leuker was om juist nog een keer naar Santiago te lopen, maar dan vanaf een andere kant. Veel opties heb je niet met al dat water rond het Iberisch schiereiland, dus na het noordoosten koos ik nu het zuiden als aanlooppunt. De zon in de rug leek me hierbij absoluut een pluspunt. Kijkend op de kaart van Europa leek Lissabon me wel een geschikt begin. Niet zo ver als vanaf de Pyreneeën maar ook niet na een weekje klaar. Toen ik me erin verdiepte, bleek dat ik in het geheel geen orgineel idee had gehad, en dat Lissabon - Santiago beschreven staat in boekjes als de Caminho Português. Het voordeel hiervan is dat ik dus wederom gele pijlen kan volgen en een routegids in mijn tas heb voor de nodige extra informatie.
De camino begint hier, staat boven die gele pijl. Bij dit kerkje was verder niets, vooral niet het beloofde informatiepunt waar ik hoopte wat te horen over de overnachtingsmogelijkheden onderweg. En volgens andere bronnen begint de route helemaal niet hier, maar bij een in de buurt gelegen kathedraal. Bij de plaatselijke vvv keken ze me vooral heel raar aan en het antwoord op mijn vraag om informatie was hier eenlettergrepig: no. Kortom, die camino leeft hier niet zo. Na de populariteit van die grote route misschien wel een verademing.
Achter die linker boom zit trouwens nog een bordje verscholen met de tekst '-> Santiago de Compostela 610 km'. Zo lang dus ongeveer, in kilometers. Vraag me het niet in dagen. Ik merk het wel.