Halverwege (ik wel)

De regentijd lijkt al lang geleden. Misschien is dat ook wel zo - ik ben het gevoel voor de dagen langzaam aan het kwijtraken. Ik dwing mezelf iedere middag, na het inchecken en douchen en kleren wassen, om mijn reisdagboek bij te werken. Op die manier kan ik soms terugzoeken wanneer iets was. Maar los daarvan rijgen de kilometers zich aaneen tot een lang snoer waarvan de chronologie er steeds minder toe doet.

Het is avond en ik ben moe, lopen in de volle zon kost minstens zoveel energie als door de regen. De ene dag gaat 30 km fluitend voorbij en de andere strompel ik me door 20. Af en toe schieten dan de 40 km door mijn hoofd die ik ga lopen tijdens de Nacht van de Vluchteling. 40 km achter elkaar! Ik moet er nog steeds niet aan denken. Natuurlijk, dan heb ik die 10 kilo niet op m'n rug, en wel drie vrienden om me heen, en ik denk dat de meeste deelnemers niet zo serieus hebben ingelopen als ik. Maar toch. Het is dan nacht, en het is ver. Dat het afzien wordt moet natuurlijk een extra reden zijn om ons te sponsoren (klik hier). Al het geld gaat rechtstreeks naar Stichting Vluchteling en die gaan er zoveel mogelijk vluchtelingen in Syrië mee helpen.

Er is geen mooi verhaal over te vertellen. Niemand garandeert dat dat geld goed terecht komt. Niemand weet wanneer die ellende ophoudt en ik kan hier geen afgerond stukje van maken.

10 april 2014 | 23:21 | categorie: camino | Reageer (5)

'In Nederland is het heerlijk lenteweer. Bij jou ook?'

Ik wil iets vertellen over lopen door de regen. Aangezien ik daar inmiddels meerdere dagen ervaring mee heb opgedaan, leek het me wel zo vriendelijk die ervaring te delen.

Allereerst moet je een aantal extra kledingstukken aan. Een regenjas, een beschermhoes over je tas, een poncho en een regenbroek. Dat mag dubbelop lijken, en dat is het ook wel letterlijk gezien, maar met minder artikelen worden je kleren gegarandeerd eerder nat. Hierbij doel ik zowel op de kleren die je aanhebt als het andere set in je tas. De timing van het aantrekken is lastig, want te vroeg is onnodig minder lekker lopen maar te laat is alles nat. Vervolgens wordt het soms even droog. Dan kan de poncho weer uit maar pas op, afhankelijk van het model krijg je 'm zonder hulp nooit meer aan omdat alles aan elkaar plakt.
Overigens, als het de hele dag regent wordt alles toch nat, ondanks alle voorzorgsmaatregelen. Want regenkleding is maar tot een bepaalde grens waterdicht. En je zweet, en dat kan door je toffe semidoorlaatbare sportkleding van je lichaam af, maar daarna slaat het neer aan de binnenkant van al dat plastic. Om aldaar lekker te gaan broeien.

Dan de weg. Die is op zo'n tocht vaak een aangename landweg, maar onder invloed van regen wordt het in een gunstig geval een modderpoel (levert wel extra gewicht op aan je schoenen) en in een minder gunstig geval een grote plas water. Of een riviertje. In ieder geval had ik vanmiddag het gevoel dat ik een spelletje apenkooi aan het doen was, je weet wel, heen en weer springend je verplaatsen door het gymlokaal zonder de vloer te raken. Ook niet bevorderlijk voor het tempo, trouwens.

Pauzeren, ook zoiets. Normaal ga ik af en toe ergens zitten, om te eten of drinken of plassen of een steentje uit m'n schoen te halen of gewoon, even rondkijken en uitrusten. In de regen een stuk minder leuk. Ik ben wel dankbaar voor bushokjes en cafés.

Maar het ergste is eigenlijk dat je je in de regen afsluit van de wereld, in plaats van te genieten. Als het niet regent kijk ik om me heen, luister, ruik, maak foto's en adem diep. Nu verschans ik me juist in mijn capuchon en wil het buiten buiten houden. Daarvoor hoef je eigenlijk je huis niet uit...

Ik heb ook mijn best gedaan om een aantal voordelen te verzinnen. Hier zijn ze: je kan met poncho aan plassen langs de weg omdat toch niemand er wat van ziet, en je verbrandt niet. Dat was het.

2 april 2014 | 20:18 | categorie: camino | Reageer (5)

Nog een keer

Mijn weblog is maagdelijk wit. Niet als u dit leest, maar wel nu ik dit typ in het admin-gedeelte. Een groot wit vlak met links de hysterische kleurenstrepen die ik lang geleden uitkoos.

Ook maagdelijk wit was vanmorgen nog mijn pelgrimspaspoort. In het Spaans en Portugees credencial (dat scheelt me weer een nieuw woord leren), en ik noem het meestal oneerbiedig stempelkaart. Maar ik had absoluut geen twijfels over de vraag of er weer zo'n stempelkaart mee moest. Want ik wil nog een keer naar Santiago, en als ik dan toch een lange weg af leg wil ik ook graag opnieuw een compostela aan het einde, en de weg naar dit bewijs gaat via de credencial.

Al vrij snel nadat ik vorig jaar terug was uit Spanje, begon ik plannen te maken voor een nieuwe tocht. Ik had mijn einddoel bereikt (voor zover dat kon), dus wat nu? Verder lopen vanuit dat doel, en een nieuw doel kiezen? Ik bedacht dat het logischer en leuker was om juist nog een keer naar Santiago te lopen, maar dan vanaf een andere kant. Veel opties heb je niet met al dat water rond het Iberisch schiereiland, dus na het noordoosten koos ik nu het zuiden als aanlooppunt. De zon in de rug leek me hierbij absoluut een pluspunt. Kijkend op de kaart van Europa leek Lissabon me wel een geschikt begin. Niet zo ver als vanaf de Pyreneeën maar ook niet na een weekje klaar. Toen ik me erin verdiepte, bleek dat ik in het geheel geen orgineel idee had gehad, en dat Lissabon - Santiago beschreven staat in boekjes als de Caminho Português. Het voordeel hiervan is dat ik dus wederom gele pijlen kan volgen en een routegids in mijn tas heb voor de nodige extra informatie.

begin_caminho.jpg

De camino begint hier, staat boven die gele pijl. Bij dit kerkje was verder niets, vooral niet het beloofde informatiepunt waar ik hoopte wat te horen over de overnachtingsmogelijkheden onderweg. En volgens andere bronnen begint de route helemaal niet hier, maar bij een in de buurt gelegen kathedraal. Bij de plaatselijke vvv keken ze me vooral heel raar aan en het antwoord op mijn vraag om informatie was hier eenlettergrepig: no. Kortom, die camino leeft hier niet zo. Na de populariteit van die grote route misschien wel een verademing.

Achter die linker boom zit trouwens nog een bordje verscholen met de tekst '-> Santiago de Compostela 610 km'. Zo lang dus ongeveer, in kilometers. Vraag me het niet in dagen. Ik merk het wel.

28 maart 2014 | 21:57 | categorie: camino | Reageer (6)

Het einde is nooit het einde

Ik weet exact waar deze wandeltocht begon: in Nogaro, een onbeduidende plaats in Frankrijk. Afgelopen augustus was ik hier gestopt omdat het te warm was om te lopen. Logischerwijs zou ik er dus nu verder gaan.

Waar zou ik eindigen? Ik hoopte niet voor Santiago. Toen ik daar aankwam was ik blij, maar niet euforisch. Ik was er nog niet. Ik wilde door naar de kust, daar waar je niet meer verder naar het westen kan.

De camino is gemarkeerd met de jakobsschelp. Je moet de uitwaaierende lijnen beschouwen als de richting waar de route heen gaat. Dat kost mij moeite, want alle wegen leiden toch naar Santiago? Als je kaarten de pelgrimroutes bekijkt, komen ze allen in die ene stad bijeen, omdat daar het graf van apostel Jakobus is. Zeggen ze. En sowieso heeft het andersom meer weg van een pijl.

fotohan2.JPG


Drie dagen na Santiago kon ik kiezen: linksaf naar Finisterre of rechtsaf naar Muxía. Tot de dag van vandaag weet ik niet precies waarom Muxía aan de camino verbonden is, maar ik ging toch rechtsaf. Want dat verlengde mijn tocht nog met een dag en ik wou nog niet stoppen. In Muxía was wel al een tweede eindpunt, namelijk de oceaan. Het was bijzonder om met mijn schoenen op het strand te staan en het zoute water te proeven. Ik was echt totaan de kust gelopen.

Ook daar was het niet klaar. Ik ging nog één dag verder, de laatste 30 kilometer naar Finisterre. Het einde van de wereld. Vanaf het begin heb ik vermoed dat dat het einde van mijn camino zou worden. Die dag was misschien wel de mooiste van allemaal. Ik zeg misschien, want ik weet het niet zeker, na 45 dagen lopen kan je ze moeilijk nog van elkaar onderscheiden. Deze laatste ligt het meest vers in mijn geheugen en was in ieder geval prachtig. Ik kwam bijna niemand tegen en eindigde daardoor zoals ik begon: alleen. Daar was ik blij om. Want ondanks alle leuke mensen die ik tegen kwam, was het mij begonnen om mijzelf en mijn benen en het wandelen.

fotohan3.JPG

Mijn lichaam en ik genoten zo, terwijl we samen langs de kust liepen. Mijn favoriete gele bloemen leken wel extra geel en het pad ging op en neer en toen was ik in de middag opeens in Finisterre aangekomen.

Was de aankomst in deze stad het einde? Nee, dit was gewoon een havenstad. Waar ik een slaapplek moest zoeken. Dat is nooit een bijster interessant of emotioneel moment. Die avond liep ik de drie kilometer naar het einde van de landtong, om de zonsondergang te bekijken. Voor het eerst op de camino zonder rugzak. Ik nam wel mijn wandelstok mee, omdat het verhaal gaat dat veel mensen hun stok van de rotsen af gooien, als markering van het einde. Ik had nog niet besloten of ik dit zal doen. Bij de vuurtoren stond tot mijn verrassing de markeringspaal die ik al ontelbaar keer gezien had, deze keer met de aanduiding '0,00 km'.

Gelukkig was het vrijwel helder. De zon zakte in de zee. Ik vond het mooi maar voelde niet zo veel, waarschijnlijk omdat mensen zo vaak vroegen hoe ik me voelde. En daarna liep ik weer de drie kilometer terug. Liep, inderdaad. Hoe kan iets het einde zijn als je daarna verder gaat? Mijn stok begeleidde me.

De volgende dag nam ik de bus terug naar Santiago. Dat was nogal een stap, figuurlijk dan, om me voort te laten bewegen. Ik werd acuut misselijk door de vele bochten in de weg. Santiago was weer een weerzien met mensen die ik eerder had ontmoet. Leuke mensen, lieve mensen, mensen die maakten dat mijn camino óók over ontmoetingen ging.
Zondag, een week na mijn eerste aankomst, ging ik naar de pelgrimsmis. De kathedraal zit dan altijd bomvol stinkende pelgrims en hun rugzakken, omdat aan het einde van de mis een wierrookvat van 100 kg over hun hoofden wordt geslingerd. Een spectaculair moment.

Aan het begin van de dienst werden de pelgrims in zeker zes talen welkom geheten. Daarna werd opgesomd wie er die dag waren gearriveerd: zoveel mensen uit dit land, gestart in die plaats. Zoveel mensen uit dat land, gestart in die plaats. Een week eerder zal het dus hebben geklonken: één pelgrim uit Nederland, gestart in Nogaro. Ik luisterde aandachtig en voelde me opeens onderdeel van een veel groter geheel en omringd door deze onbekende gelijken sprongen ineens de tranen in mijn ogen.
Het maakt niet uit wat ik rationeel als eindpunt koos. Het ging om de tocht zelf, om elke dag die er was. En ik zal blijven lopen. Ik kon het al en ik zal het elke dag doen zo lang als het gaat.

20 mei 2013 | 15:18 | categorie: camino | Reageer (2)

Tussen Burgos en León

Ze noemen het ook wel de Meseta, of de Spaanse Hoogvlakte. In mijn reisgidsje staat dat sommige pelgrims tussen de grote steden Burgos en León de bus nemen omdat dit gebied bekend staat om zijn eentonigheid, en dat is natuurlijk saai.

Ik vind er niks saais aan en eentonig is het ook niet. Vlak, dat wel. En koud als de wind flink waait. Maar elke dag, elke uur, elke minuut ziet er anders uit. Omdat je je lopend verplaatst ten opzichte van je omgeving.
Vervelen doe ik me niet. Nadenken des te meer. De zes dagen dit ik op de Meseta loop, luister ik geen muziek of luisterboek. Om er zo veel mogelijk van mee te krijgen.

Morgen denk ik León te bereiken. Vanaf daar is nog zo´n twee weken naar Santiago. Een raar idee. In Burgos was ik ongeveer op de helft van mijn tocht. Echt besef van de dagen heb ik niet, maar in mijn reisdagboek zie ik de tijd voorbij gaan en de kilometers optellen. Hoever je nog precies moet is altijd een grote vraag. Iedere provincie of gids lijkt zijn eigen telling aan te houden. Gisteren vertelde de pijl naast een bar me ´nog 315 km´ en even verder op stond op een ander bord 380. Als ik er ben, dan is het 0. En tot die tijd vlegt de ene kilometer voorbij en de andere duurt een eeuwigheid.

test1.jpg

Ik heb steeds minder te zeggen.

22 april 2013 | 19:31 | categorie: camino | Reageer (4)

Why are you walking?

We vragen het vaak aan elkaar, waarom we hier zijn.

Ik vroeg het net aan de jongen met wie ik hier in Grañón in de herberg verblijf. Hij vertelde dat hij heeft gestudeerd maar al maanden geen baan kan vinden, en dat zijn grootouders hem op hun kosten hierheen hebben gestuurd, om na te denken over hoe verder.

De meeste mensen zeggen hier te zijn vanwege de ontmoetingen. Omdat de mensen zo divers zijn en iedereen een verhaal heeft dat de moeite van het horen waard is en dat al die verhalen je leven veranderen. Geef de gemiddelde pelgrim een beetje wijn, en hij begint te praten over hoe fantastisch het is dat iedereen hier is met een andere reden maar eigenlijk toch dezelfde en dat de camino antwoord geeft op al je vragen en je doet beseffen wat je vragen zijn en hoe wonderlijk de stroom is die dagelijks over dit pad trekt, dag na dag, jaar na jaar.

Meer dan ik had gedacht, zijn mensen hier vanwege het religieuze karakter van de camino. Dat leidt tot interessante ontmoetingen, bijvoorbeeld met de twee Amerikaanse jongens van begin twintig die wilde tienerjaren beleefden, toen het leger ingingen en daarna opeens het licht zagen en besloten om priester te worden. Met geestelijken en een headmaster van een katholieke jongensschool in Nieuw Zeeland en verdwaalde atheïsten die niet wisten waar ze aan begonnen.


image.jpg


Waarom loop ik? Het doet me denken aan de vraag op het aanmeldingsformulier van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, dat ik invulde om een credential (pelgrimspas cq stempelkaart) te verkrijgen. De keuzes waren: religieus, spiritueel, cultureel, sportief, anders. Ik heb alles aangevinkt. De medewerker vond het goed, maar gaf me wel het advies om in Santiago de eerste of tweede te kiezen, want dan zou ik een mooier getuigschrift ontvangen.

Soms antwoord ik 'omdat ik 5 jaar geleden begonnen ben en het nou wel eens af wilde maken'. Soms dat dit me het ideale moment leek voor een lange reis. Dat ik 3 jaar lang gebonden was aan de regels van mijn opleiding en ik nu weer mijn eigen tijd kan indelen. Dat lopen, en speciaal zo lang lopen, me tot mezelf laat komen.

Als het warm is en mijn voeten doen pijn, vraag ik het mezelf weer. Waarom? Omdat ik nu eenmaal begonnen ben, en afmaken is niet mijn sterkste eigenschap maar dit ga ik tot het einde volhouden.

Omdat het ergens juist zo makkelijk is, alleen maar je ene voet voor je andere zetten, tot je moe bent en ergens langs de kant 'albergue' staat zodat je kan eten en slapen en dan weer verder lopen.

Omdat het verslavend is. Verder, meer, en zo mooi en elke dag anders.
Omdat het me laat nadenken over de verslavende dingen van thuis. De non-stop beschikbaarheid van internet bijvoorbeeld.

Omdat het zo'n genoegen is om je lichaam sterker te voelen worden. Loopconditie krijg je snel, na een week al. Mijn benen voelen sterker, mijn rug, mijn schouders. Als ik straks thuis ben en stop zal het verdwijnen, maar nu is het er en ik hoef geen nachten van 10 uur meer te maken om weer verder te kunnen.

Vandaag liep ik langs de tekst hierboven, en even had ik geen idee waarom. Ik kon het niet bedenken. Al liep ik heerlijk, ik had geen spijt, ik was precies waar ik wilde zijn.
Vandaag is die tevredenheid genoeg antwoord.

14 april 2013 | 20:59 | categorie: camino | Reageer (6)

Jarig in Spanje

Er zijn goede en slechte dagen. Zowel qua lopen als qua andere zaken. Het lijkt erop, dat die twee zaken wel met elkaar te maken hebben: ik loop lang, het landschap is mooi, ik voel me goed zijn drie dingen die bij elkaar horen maar wat oorzaak is en wat gevolg, dat snap ik niet altijd.

11 april was gelukkig een goede dag. Ik liep met plezier 30 kilometer, het weer was mooi en vooral het landschap was prachtig.

De dag begon me wel te vroeg. De hospitalero deed om 6 uur het licht en de muziek aan. Ik ben nog stug een half uur blijven liggen en kwam toen als allerlaatste overeind. Maar eenmaal onderweg kwam het goed.

Ik kreeg veel cadeaus:

image.jpg
Het laatste deel van 'Brief voor de koning' van Tonke Dragt als luisterboek


image.jpg
Zomaar een losse klaproos

image.jpg
Een verjaardagsdiner bestaande uit drie gangen, gegeten met acht nationaliteiten

image.jpg
En een verjaardagstaart! Gemaakt door een medepelgrim, zonder mixer, in de oven van de eigenaresse van de herberg, die zoiets in 9 jaar nog nooit had meegemaakt. Hij was echt heerlijk.

De vele flessen wijn die waren meegebracht maakten de volgende dag wat minder flitsend, maar dat was het waard. Ik wandel stug door, een korte loopdag telt ook. Inmiddels ben ik Navarra uit en nu ga ik kortdurend door de regio La Rioja.

13 april 2013 | 08:03 | categorie: camino | Reageer (4)

Lijdenstijd

De meest gestelde vraag aan mij afgelopen maart was: 'Wanneer ga je weg?' Mijn antwoord was vaak 'voor Pasen'.
En dat is gelukt: 27 maart begon ik te lopen. Zo heb ik tenminste de volle twee maanden die ik wilde. Begin juni moet ik terug zijn - wat klinkt dat ongelooflijk ver weg. Ruim genoeg tijd heb ik zo om naar Santiago te lopen, en ik weet niet eens of ik dat wel haal. Maar het plan is van wel, en ik schat dat het in totaal ongeveer 40 dagen zal duren. Al mijmerend bedacht ik me vandaag dat dat even lang is als de lijdenstijd.

Sommige mensen vasten in de lijdenstijd en ik heb dat de afgelopen jaren ook een aantal keer gedaan: van alcohol, koffie en vlees. Dit jaar niet, omdat ik geen zin had in een alcoholloos huisartsencertificaatsfeestje. Maar dit lopen is gewoon een verlaat vasten. Niet van alcohol wederom, want dat accepteren Fransen niet. En ook niet van vlees want dat maakt mee-eten met een gastgezin of medepelgrim nodeloos ingewikkeld.
Hoe lijd ik dan? Gebrek aan frequent en fysiek contact met vrienden en familie (tot nu toe kan ik het goed hebben, maar toch: het is een lange tijd). Weinig internet: ik heb soms wifi, maar niet vaak, en gezien het feit dat mijn iphone normaal gesproken ongeveer aan mijn handen zit vastgegroeid is dat nogal wat. Oh, en niet onbelangrijk: het eten. Ik mis bruin brood, boeren Hollandse kaas, karnemelk, pindakaas en apenkoppen.
Dat is wat er ontbreekt. Dan het lijden tijdens het lopen: te warm, te koud, te nat, tas te zwaar, weg te lang, voeten te vermoeid, het gebeurt allemaal. Niet continu, maar af en toe vraag je je wel af: waarom doe ik dit?

Omdat het het grootste deel van de tijd vooral heel fijn is om hier te zijn en iedere dag als enig doel te hebben een stukje verder te komen, blijf ik nog even (lijden).

En als illustratie in het kort mijn paasdagen:

Stille zaterdag
Dag 4
Etappe: Pimbo - Pomps
Afstand: 28 km
Tijd 8:05 - 16:05
Weer: alles tussen een beetje zon en plenzende regen - vaker nat dan droog maar meestal niet koud met genoeg kleren
Slaapplek: Gite d'etape communal, €10 incl soort van avondeten

Tijdens het lopen luister ik fragmenten van Mattheus en Johannes Passion. Verder ben ik heel prettig alleen en mijmer vooral.

Eerste Paasdag
Dag 5
Etappe: Pomps - Arthez-de-Béarn
Afstand: 9,5 km
Tijd 9:15- 11:45
Weer: jas aan, trui uit; eigenlijk aangenaam weer dus maar nogal wisselend
Slaapplek: Gite de la boulangerie Broussé, €28 incl repas (15+13)

Het paasontbijt is wat treurig, want ik sliep alleen in een enorm lelijke gite en ik heb slechts oud brood en wat jam uit een koelkast. Korte etappe omdat de gite in de volgende plaats dicht is.
Ik vier Pasen door tijdens het lopen flarden van paasdingen te zingen en 'Vrede voor jou' voor Otis, die vanmorgen wordt gedoopt.
De middag is louter luieren en het avondeten is vorstelijk (zie vorige post).

Tweede Paasdag
Dag 6
Etappe: Arthez-de-Béarn - Sauvelade
Afstand: 18 km
Tijd 9:00 - 14:15
Weer: 50 tinten grijs met daaruit continu regen. Geen enkel stukje blauwe lucht.
Slaapplek: Gite-auberge communal Le Petit Laa , €8

Deze gite is open, maar de bijbehorende epicerie is nog dicht (want het seizoen is nog niet begonnen (denken ze)). Dus ik heb geen avondeten, maar de Denen van middelbare leeftijd die ook in de gite zijn adopteren vanaf vandaag mij en de Amerikaanse (die van het eerste stukje) die opeens ook nog aan komt lopen - ze koken extra veel en geven ons eten, tegen betaling uiteraard. Zeer gezellig; ze noemen het een camino family, waarover later meer.

2 april 2013 | 18:45 | categorie: camino | Reageer (5)

Je ne comprends pas

Het eerste Frans dat ik ooit leerde, waarschijnlijk van mijn vader tijdens onze eerste zomervakantie naar het buitenland, was 'je ne parle pas français'. Daarna leerde ik nog heel wat bij, maar dit blijft een nuttige zin. Echter, als de Fransen geen andere taal kennen en ze je persé iets duidelijk willen maken, dan gaan ze er gewoon voor. Soms wil ik ze alleen liever niet begrijpen, bijvoorbeeld als ik laat in de middag de weg vraag naar de gite communal en de vrouw kijkt moeilijk en zegt iets over te laat en niet gereserveerd en een feest in dezelfde ruimte (gelukkig liet ik me daar niet door weerhouden, want het feest bleek niet in maar naast de slaapzaal en ik was zo moe dat ik er niks van heb gemerkt). De vrouw liep het hele stuk met me mee, rap pratend met een serieus gezicht. De winkel was dicht, dat verstond ik ook nog.
Ze was niet de normale gite-beheerder en toen ik vroeg wat de overnachting kostte, stelde ze tien euro voor. Ik vond het prima maar gelukkig was ik slim genoeg om haar naam te vragen. Want een paar uur later kwam de 'echte' gite-mevrouw langs met de benodigde stempel voor de credential en een geldkistje. Ik kon haar zeggen dat ene Nadine geld had geïnd. Ze keek verbaasd. Nogal logisch, want deze zelfde Nadine had haar waarschijnlijk verteld dat er iemand in de gite was.
De volgende ochtend kwam ik Nadine en haar hondje weer tegen. Ik groette haar, maar ze keek me niet aan.

Vanavond tijdens het diner met 5 andere gasten (gemengd Frans/Duits/Amerikaans/Nederlands gezelschap) werd zo rustig Frans gesproken dat ik het meestal kon verstaan, en zo niet werd gepoogd het in één van de andere talen duidelijk te maken. Mijn theorie is, dat Fransen die geen Engels (of sowieso geen andere taal) kunnen spreken, ook niet goed weten hoe ze hun spraak moeten aanpassen om verstaanbaar te zijn. 'Plus lentement, s'il vous plait' heeft dan geen enkel effect.
Ik vind het leuk om te merken dat er toch iets is blijven hangen van de lessen Frans op de middelbare school, en natuurlijk van de drie eerdere periodes die ik hier liep. In die zin verheug ik me erop om straks in Spanje te zijn, want Spaans vind ik leuker en mooier, en hopelijk ben ik er lang genoeg om weer echt iets en español te kunnen vertellen.

Overigens: als je veel alleen bent, ga je dingen aan jezelf vertellen. En na het begin van de eerste etappe heb ik geen Nederlands meer gesproken, behalve tegen mezelf, waar ik me nogal bewust van ben als er anderstaligen op gehoorsafstand zijn. Maar grappig genoeg betrap ik mezelf er op, dat het (hardop) denken nu al soms in andere talen gaat: dan merk ik dat mijn gedachte halverwege stopt, omdat ik geen idee heb hoe ik iets in het Frans moet zeggen, of twijfel over het juiste Engels.


image.jpg

Foto: ons paasmaal vanavond in Athez-de-Béarn. King's food, de Franse naam ben ik vergeten maar blijkbaar at koning François IV dit graag, en hij kwam uit deze streek, Béarn. Als hier niks van klopt hoor ik het graag, en wijt ik het alsnog aan mijn beta-opleiding. Het was vlees, prei, een onduidelijke andere groente en rijst. Erg lekker al zou je dat op basis van de foto niet zeggen (zoals eigenlijk altijd met etensfoto's).

31 maart 2013 | 23:06 | categorie: camino | Reageer (8)

Ik heb al vrienden

Een van de dingen waar ik tegenop zag, was het continu ontmoeten van mensen. Ik ben hier niet voor de nieuwe contacten en lopen doe ik echt het liefste alleen. Dus toen ik gisteren om 11 uur uit de bus stapte in Nogaro en gelijk een man met herkenbare rugzak en wandelstok vriendelijk naar me zwaaide, zuchte ik diep en begon gelijk aan de eerste etappe (dat zuchten had deels te maken met het feit dat de nachttrein elk half uur had gestopt en een medereiziger nogal snurkte, dus ik begon niet bepaald uitgerust aan mijn camino).

Een kwartier later was mijn humeur al veel beter en ik stopte bij een bankje om mijn trui uit te trekken. Het rook naar gemaaid gras, het was warm, ik was onderweg! Prompt haalde iemand me in. Die iemand bleek een Nederlandse - natuurlijk, Nederlanders kom je overal tegen. We raakten aan de praat en liepen een uur samen op. Er was tenslotte veel te bespreken: hoe druk is de route nu, hoe is het weer, waar kom je vandaan - waar ga je naartoe - en waarom. De gewone camino-praat maar heerlijk in het Nederlands.

Ik ging mijn voeten tapen, we namen afscheid, ik vond een wandelstok, en een uur later ging ik heerlijk ergens in het gras zitten om wat te eten. En ja hoor, daar passeerde weer iemand. Een Amerikaanse deze keer, jong en vrolijk. Ze loopt net zo rustig als ik dus met veel plezier hoor ik haar de eropvolgende kilometers uit over haar wazige universiteit zonder examens waardoor ze nu drie maanden door Frankrijk reist en dat 'studeren' mag noemen. Rond vier uur arriveren we op die manier bij de gite waar ik gereserveerd heb, we zeggen elkaar gedag en ik ga er vanuit haar niet meer te zien, want zij loopt door naar de volgende plaats.

Vandaag regende het. De hele dag. Mijn regenkleding heeft deze test goed doorstaan en mijn humeur ook. Nog belangrijker is het feit dat mijn voeten zich fantastisch houden: geen blaar of schaaf te bekennen. Ik had anders verwacht, gezien de problemen die ik de afgelopen tijd had met het inlopen van mijn nieuze schoenen. Ook verder heb ik geen centje pijn.
Ik ontmoet vandaag niemand en dat is heerlijk. Dus wederom vrolijk kom ik aan bij gite twee. Waar ik tot mijn verbazing de Amerikaanse weer tref! Ze vond de regen stom en heeft een rustdag genomen. Ik heb maar niet verteld dat het volgens de voorspellingen de komende dagen zo blijft gieten - ik ben gewoon verheugd haar weer te zien en een praatje te kunnen maken over de weg langs het spoor die veranderd was in een beekje.

Ik heb al vrienden, en die zijn thuis. Maar ik ben blij dat ik nu al ontdooi ten aanzien van iedereen hier. Nu maar hopen dat het de komende maanden zo blijft.

28 maart 2013 | 14:35 | categorie: camino | Reageer (3)