Ik ga naar GhanaIk hoorde het mezelf vaak zeggen, eind juni: Ik ga naar Ghana. Ik ga naar Ghana. Het ging steeds raarder klinken, maar het werd elke dag meer waar. Ik fietste rond met in mijn tas een boek over neurologie en eentje over Ghana. Die dingen streden om mijn aandacht, gek werd ik ervan. Nu ben ik al een paar dagen in Ghana. Langzaam rolt de stress van me af. Daarvoor in de plaats komt een dun laagje zweet, vermengd met de stof van het buitenleven. Mijn mede-reizigster kent Ghana als haar broekzak en leidt in een razend tempo het land door. Naar het noorden, waar het nog droger, nog warmer, nog armer is, waar we Burkina Faso aan kunnen raken. Ik houd zo van reizen en geniet elke minuut. Vandaag liepen we over de markt van Kumasi, de een-na-grootste van West-Afrika. Veel spullen, veel mensen. Ze spreken een plaatselijke taal waar ik tot nu toe alleen 'dankjewel' in kan zeggen, en Engels. Dat is enorm fijn, want je kan dus redelijk goed met elkaar praten. Zo krijgen we iets mee over de grootste gespreksonderwerpen van dit moment: de de-denomination of the Cedi, de nationale munt. 10.000 oude cedi wordt 1 nieuwe. Dat is een stuk makkelijker rekenen, en maakt dat een briefje van 50 euro wisselen nu 30 ghanese briefjes oplevert in plaats van honderden. Maar het leukste is dat het enorm lijkt op onze overgang naar de euro. Overal hangen aanplakbiljetten met de oude en de nieuwe briefjes en munten, inclusief omrekentabellen. Straks zitten we weer op de stoep voor het huis waar we logeren. Uit ons radio'tje zal muziek komen van de plaatselijke zender. We zingen en lezen, praten en denken. Ik zou hier graag heel lang blijven.
5 juli 2007 | 18:01 | categorie: vakantie
| Reageer (2)
|